De veelvraat is een forse, gespierde marterachtige. De veelvraat heeft een donkerbruine tot zwarte vacht met lichtere, gelige vlekken op de kop en een gele streep van de schouders via de flanken naar de lange staart. Hij heeft korte, sterke poten, die vijf tenen hebben. Hun klauwen zijn deels intrekbaar en ze hebben een stevige beet. De oren zijn klein en rond.
Veelvraten wegen negen tot dertig kilogram en zijn 65 tot 105 centimeter lang. Hun staart is 13 tot 26 cm lang en ze hebben een schofthoogte van 36 tot 45 cm. De vrouwtjes zijn over het algemeen kleiner en lichter, meer bepaald zo'n tien procent kleiner en circa dertig procent minder zwaar.